Future-Oriented Organisation
Investigative Problem Solving
Personal Leadership
Targeted Interaction
Professional Development

Effective professional development enables students to develop the knowledge and skills they need to address challenges.

2.1

You analyse the environment and stakeholders of the assignment.
• Je analyseert de omgeving en belanghebbenden van de opdracht.

2.2

You substantiate the added value of a solution.
• Je onderbouwt de toegevoegde waarde van een oplossing.

2.3

You are familiar with ethical standards and involve social ethical issues in the judgements.
• Je kent ethische standaarden en betrekt maatschappelijk ethische thema’s in de oordeelsvorming.

2.4

You will independently make an inventory of sub-tasks, plan and monitor time, money, quality and ethics of the execution of the work.
• Je inventariseert zelfstandig deeltaken, plant en bewaakt tijd, geld, kwaliteit en ethiek van de uitvoering van de werkzaamheden.

2.5

You recognise opportunities and risks and ensure future-oriented implementation, commissioning and management.
• Je herkent kansen en risico’s en zorgt voor een toekomstgerichte implementatie, ingebruikname en inbeheername.

3.1

You analyse the environment and stakeholders of the assignment.
• Je analyseert de omgeving en belanghebbenden van de opdracht.

3.2

You substantiate the added value of a solution.
• Je onderbouwt de toegevoegde waarde van een oplossing.

3.3

You are familiar with ethical standards and involve social ethical issues in the judgements.
• Je kent ethische standaarden en betrekt maatschappelijk ethische thema’s in de oordeelsvorming.

3.4

You will independently make an inventory of sub-tasks, plan and monitor time, money, quality and ethics of the execution of the work.
• Je inventariseert zelfstandig deeltaken, plant en bewaakt tijd, geld, kwaliteit en ethiek van de uitvoering van de werkzaamheden.

3.5

You recognise opportunities and risks and ensure future-oriented implementation, commissioning and management.
• Je herkent kansen en risico’s en zorgt voor een toekomstgerichte implementatie, ingebruikname en inbeheername.

2.1

You determine the direction of the solution for a given problem and choose an appropriate approach.
• Je bepaalt voor een gegeven probleem zelf de richting van de oplossing en kiest een passende aanpak.

2.2

You solve problems methodically and creatively.
• Je lost problemen methodisch en creatief op.

2.4

You critically go through your own chain of reasoning.
• Je doorloopt kritisch je eigen redeneerketen.

3.1

You identify unstructured practical problems.
• Je identificeert ongestructureerd praktijkproblemen.

3.2

You work independently towards an evidence-based solution.
• Je werkt zelfstandig naar een evidence based oplossing.

3.3

You ask questions from different perspectives.
• Je stelt vragen vanuit verschillende perspectieven.

2.3

You actively look for alternatives.
• Je zoekt actief naar alternatieven.

2.1

You present yourself professionally.
• Je presenteert jezelf professioneel.

2.2

You're being independent.
• Je stelt je onafhankelijk op.

2.3

You take others with you in your own development.
• Je neemt anderen mee in je eigen ontwikkeling.

2.4

You actively ask and give feedback.
• Je vraagt en geeft actief feedback.

2.5

You strengthen your learning ability.
• Je versterkt je leervermogen.

2.6

You describe your professional talents, development ambitions and which professional field you aspire to.
• Je beschrijft je professionele talenten, ontwikkelingsambities en welk beroepenveld je ambieert.

3.1

You are actively attentive to possibilities and opportunities.
• Je bent actief attent naar mogelijkheden en kansen.

3.2

You motivate not only yourself but also your team.
• Je motiveert naast jezelf ook jouw team.

3.3

You consciously look at what else you want to learn.
• Je kijkt bewust naar wat je nog meer wilt leren.

3.4

You reflect on and evaluate your own actions.
• Je reflecteert op en evalueert je eigen handelen.

3.5

You examine what type of professional you are and how you distinguish yourself from others.
• Je onderzoekt wat voor type professional jij bent en hoe jij je daarin onderscheid van anderen.

2.1

You take into account different stakeholders in the assignment.
• Je houdt rekening met verschillende stakeholders bij de opdracht.

2.2

You ensure the desired impact and execution of communication.
• Je zorgt voor de gewenste impact en uitvoering van communicatie.

2.3

You actively seek enrichment in the assignment.
• Je zoekt actief verrijking in de opdracht.

2.4

You consciously build up trust when working together.
• Je bouwt bewust vertrouwen op bij het samenwerken.

2.5

You work together in such a way that everyone's strengths and learning needs come into their own.
• Je werkt zo samen dat ieders kracht èn leerbehoeften tot hun recht komen.

2.6

You consciously take international differences into account.
• Je houdt bewust rekening met internationale verschillen.

3.1

You anticipate different types of cooperation partners.
• Je bent actief attent naar mogelijkheden en kansen.

3.2

You work together in interdisciplinary teams.

3.3

You show how to take cultural differences into account.


Analysis
Advise
Design
Realisation
Manage&Control
User Interaction
U1.1

Identificeren van de kernelementen van een externe opdracht waarbij verduidelijking wordt gezocht bij opdrachtgever, gebruikers en deskundigen.

U1.2

Inventariseren van klant- en gebruikersbehoeften en deze vertalen naar IT-oplossingen.

U1.3

Oriënteren op bestaande interactieve concepten, diensten en producten.

U2.1

Benchmarken van functionaliteit, user interaction en UX design ten behoeve van een opdracht die uitgevoerd wordt binnen een bedrijf.

U2.2

Analyseren van kernwaarden opdrachtgever, product of dienst, user needs en hoe die tot uiting komen in product of dienst.

U2.3

Evalueren van de projectvoortgang vanuit het perspectief van de gebruiker.

U3.1

Analyseren van de gebruiker, gebruikersinteractie en -ervaring, zowel individueel (fysiek, psychologisch, persoonlijke karakteristieken) als in grotere maatschappelijke context (sociaal /cultureel / ethisch / technologisch).

U3.2

Analyseren van actuele en state of the art interactieve technologieën.

U3.3

Analyseren per iteratie van het effect van de eigen interventie op/in de UX.

U1.1

Adviseren over interactieontwerp passend bij opdracht, klant en gebruikersbehoeften en voorafgaande oriëntatie.

U1.2

Aanbevelingen doen op basis van een gegeven usability-analyse voor het ontwerp van een interactief product, systeem of dienst.

U2.1

Geven van een goed gemotiveerd concreet advies over de te gebruiken interactieve technieken en/of interactieconcepten.

U2.2

Voorstellen doen over de realisatiekeuzes, zoals de te gebruiken technologieën, daarbi jrekening houdend met gebruikers en bedrijfscontext.

U2.3

Adviseren over de doelstellingen van de huidige en volgende iteraties.

U3.1

Vertalen van analyse naar strategische aanbevelingen (op korte, middellange en langere termijn) voor het ontwerpen of verbeteren of onderzoeken van een UX met inzet van interactieve middelen. Hierbij wordt ook een onderbouwd advies gedaan voor het meest geschikte ontwerpproces (bijvoorbeeld UCD).

U3.2

Adviseren over de UX-interventie(s) in de huidige en volgende iteraties.

U1.1

Vertalen van adviezen in een eenvoudige gebruikersinteractie met een standaard prototypingtechniek

U1.2

Ontwerpen van een (usability)test waarmee essentiële interactieproblemen geïdentificeerd kunnen worden.

U1.3

Toepassen en uitvoeren van een gebruikelijk interactieontwerpproces, zoals user centered design.

U2.1

Vertalen van adviezen in een ontwerp van gedetailleerde gebruikersinteractie met verschillende prototyping technieken.

U2.2

Ontwerpen van een usabilitytest waarmee de doelstellingen van de iteratie geëvalueerd worden.

U3.1

Vertalen van het advies naar een concreet en gedetailleerd UX-ontwerp passend bij de projectfasering, hierbij gebruik makend van een adequaat gemotiveerd ontwerpproces.

U3.2

Ontwerpen van een test waarmee de doelstellingen vanuit gebruikersperspectief geëvalueerd wordt.

U1.1

Realiseren en kwalitatief testen van eenvoudige interactieve producten of diensten op basis van een interactieontwerp waarbij gebruik wordt gemaakt van gangbare tools, design guidelines en/of huisstijl.

U2.1

Realiseren van het interactieontwerp met verschillende tools en technieken.

U2.2

Uitvoeren van de usabilitytest in het veld of in een lab.

U2.3

Bewaken van het interactie-ontwerp bij het gerealiseerde interactieve product of dienst.

U3.1

Realiseren en testen van de UX van een interactief product, prototype, systeem of dienst op basis van het ontwerp met gebruikmaking van bij de projectfasering passende tools en technieken.

U3.2

Bewaken van aansluiting UX-ontwerp en gerealiseerde product in een onvoorspelbare context.

U1.1

Vastleggen van de belangrijkste beslissingen, resultaten en inzichten m.b.t. interactieontwerp in een iteratief proces.

U2.1

Vastleggen van de vertrekpunten en opbrengsten m.b.t. gebruikersperspectief tussen de iteraties in een ontwerp- en ontwikkelproces, en hiermee en de verbinding tussen de iteraties inzichtelijk maken.

U2.2

Gebruiken en correct toepassen van standaarden (design guidelines m.b.t. interactie ontwerp, protocollen en methoden) passend binnen bedrijfscontext.

U3.1

Bewaken van de kernwaarden en UX van product/organisatie of dienst in iedere fase van het ontwikkel- en productieproces.

U3.2

Communiceren met stakeholders en vastleggen van beslissingen gerelateerd aan kernwaarden en user experience design gedurende alle fases van het ontwikkelproces

U3.3

Verhogen van gebruikers-acceptatie middels documentatie, training en/of marketing en gemotiveerde keuze voor de juiste vorm hiervan.

Software
S1.1

Verzamelen en valideren van functionele eisen voor een softwaresysteem met één belanghebbende volgens een standaardmethode.

S1.2

Definiëren van acceptatiecriteria voor bovengenoemde functionele eisen.

S2.1

Uitvoeren van een requirementsanalyse voor een softwaresysteem met verschillende belanghebbenden, rekening houdend met de kwaliteitseigenschappen waaronder security.

S2.2

Uitvoeren van een analyse om functionaliteit, veiligheid, ontwerp, interfaces e.d. van een bestaand systeem of bestaande component te formuleren en te valideren.

S2.3

Opstellen van een acceptatietest aan de hand van kwaliteitseigenschappen

S3.1

Uitvoeren van een requirementsanalyse voor een softwaresysteem met verschillende belanghebbenden in een context van bestaande systemen.

S3.2

Definiëren van acceptatiecriteria aan de hand van kwaliteitseigenschappen en een uitgevoerde risicoanalyse met onder andere aandacht voor security aspecten.

S1.1

Aanbevelingen doen over specifieke requirements van een softwaresysteem op grond van onderzoek naar bestaande, vergelijkbare systemen.

S2.1

Adviseren over aanschaf en selectie van software-componenten bij het ontwikkelen van een softwaresysteem waarbij het kostenaspect een rol kan spelen.

S2.2

Adviseren over een onderdeel van een architectuur of een beperkt softwaresysteem.

S2.3

Adviseren over het gebruik van prototypes bij het valideren van de eisen.

S3.1

Adviseren met betrekking tot de keuze voor softwarearchitectuur of bestaande software frameworks, waarbij kostenaspecten en kwaliteitskenmerken zoals beschikbaarheid, performance, security en schaalbaarheid een rol spelen.

S3.2

Adviseren over de aanpak bij het verwerken en raadplegen van grote hoeveelheden data met aandacht voor privacy.

S3.3

Adviseren over de inrichting van een softwareontwikkelproces, waaronder het testproces.

S1.1

Maken van een ontwerp voor een softwaresysteem, inclusief database, met modelleertechnieken volgens een standaardmethode.

S2.1

Opstellen van een ontwerp voor een softwaresysteem, rekening houdend met het gebruik van bestaande componenten en libraries.

S2.2

Toepassen van ontwerpkwaliteitscriteria, rekening houdend met securityaspecten en verschillende typen devices.

S2.3

Maken van een ontwerp voor een systeem dat grote hoeveelheden data kan verwerken en raadplegen.

S2.4

Vaststellen van de kwaliteit van het ontwerp, bijvoorbeeld door toetsing of prototyping, rekening houdend met de geformuleerde kwaliteitseigenschappen.

S2.5

Opstellen van testontwerpen volgens een gegeven teststrategie.

S3.1

Opstellen van een softwarearchitectuur voor een softwaresysteem, opgebouwd uit bestaande en nieuwe systemen, rekening houdend met meerdere belanghebbenden en kwaliteitskenmerken, waaronder security en schaalbaarheid.

S3.2

Opstellen van teststrategie voor systeemtesten.

S1.1

Bouwen, testen en beschikbaar stellen van een eenvoudig softwaresysteem. Het opzetten, vullen en bevragen van een database maakt onderdeel uit van het softwaresysteem.

S2.1

Bouwen en beschikbaar stellen van een softwaresysteem dat bestaat uit meerdere subsystemen, hierbij gebruikmakend van bestaande componenten.

S2.2

Integreren van softwarecomponenten in een bestaand systeem, waarbij o.a. de integriteit, veiligheid en systeemprestaties bewaakt worden.

S2.3

Uitvoeren van, monitoren van en rapporteren over unit-, integratie-, regressie-, en systeemtesten, met aandacht voor security-aspecten.

S3.1

Bouwen en beschikbaar stellen van een schaalbaar softwaresysteem dat aansluit bij bestaande systemen, eventueel in de cloud, volgens de ontworpen architectuur met gebruik van bestaande frameworks.

S3.2

Toepassen van testautomatisering bij het uitvoeren van testen.

S1.1

Inrichten en gebruik maken van beheersysteem ter ondersteuning van softwareontwikkeling in teamverband.

S2.1

Beheren en gebruiken van een ontwikkelstraat ter ondersteuning van softwareontwikkeling in teams, waardoor onder andere continuous integration tot de mogelijkheden behoort.

S2.2

Toepassen van methoden en technieken om een softwareontwikkelproces te managen en de kwaliteit ervan te borgen.

S3.1

Uitvoeren van configuratie-, change- en releasemanagement in afstemming met infrastructuurmanagement.

S3.2

Inrichten van een ontwikkelstraat met geautomatiseerde build en test infrastructuur.

Hardware Interfacing
H1.1

Beschrijven van de architectuur van een computersysteem.

H1.2

Beschrijven van de werking van actuatoren en sensoren en metingen hieraan verrichten.

H1.3

Opstellen van (niet-)functionele eisen en acceptatiecriteria voor een computersysteem, bijv. een embedded of IA-systeem.

H2.1

In kaart brengen van signalerings- en regelingsaspecten van de omgeving van een computersysteem bijvoorbeeld in een sensornetwerk.

H2.2

Methodisch specificeren van een computersysteem.

H2.3

Uitvoeren van een protocolanalyse.

H2.4

Opstellen van een acceptatietest voor een computersysteem.

H3.1

Specificeren van een gedistribueerd computersysteem inclusief timing, resourcegebruik en performance.

H3.2

Beschrijven van security-aspecten van computersystemen die aan of via (openbare) netwerken gekoppeld zijn.

H3.3

Opstellen van een acceptatietestplan en een integratietestplan.

H1.1

Verifiëren en onderbouwen van een gegeven technisch advies.

H1.2

Verifiëren en beschrijven van de initiële architectuur en de functionaliteit van een gegeven systeemconfiguratie (microprocessor, geheugen of andere bouwstenen).

H2.1

Uitbrengen van een technisch advies voor de architectuur van een computersysteem en de hardware en software-componenten.

H2.2

Adviseren over het koppelen van systemen.

H3.1

Uitbrengen van een technisch advies over een te realiseren (gedistribueerd) computersysteem, inclusief hardware- en softwarecomponenten en koppelingen.

H1.1

Ontwerpen van een eenvoudig computersysteem, bijv. een embedded of industriële automatiseringssysteem, op basis van gegeven hardware.

H2.1

Ontwerpen van een computersysteem methodisch o.b.v. requirements met zelfgekozen hardware- en softwarecomponenten. 

H2.2

Opstellen van een applicatiedriverontwerp opstellen.

H2.3

Ontwerpen van een protocol.

H3.1

Ontwerpen van een gedistribueerd computersysteem inclusief bepaling van actuatoren, sensoren, timing, resourcegebruik en performance.

H1.1

Software schrijven voor een eenvoudig, gegeven computersysteem, voorzien van actuatoren en sensoren.

H2.1

Inrichten van een eenvoudig computersysteem en via software de koppelingen met hardwarecomponenten realiseren.

H2.2

Schrijven en testen van applicatiedriver-software.

H2.3

Implementeren en testen van een protocol.

H3.1

Realiseren van een compleet computersysteem inclusief netwerk, hardware en systeemsoftware.

H3.2

Opstellen en uitvoeren van een acceptatieprocedure bijv. in een virtuele omgeving, inclusief aspecten als timing, resourcegebruik en performance.

H1.1

Inrichten van een ontwikkel- en testplatform middels co-design ten behoeve van hardware/software, inclusief tools.

H2.1

Beoordelen van een gegeven ontwikkelomgeving op kwaliteit en prestaties.

H2.2

Inrichten van een beheer- en testomgeving voor een computersysteem.

H3.1

Opzetten en gebruikmaken van: - versiebeheer, - releasemanagement, - teamworkondersteuning, - automated testing voor hard- en softwaresystemen.

Infrastructure
I1.1

Analyseren van een lokale/kleine infrastructuur volgens een standaardmethode en op basis van gegeven (niet-) functionele eisen.

I2.1

Analyseren van de kwaliteit van een middelgrote infrastructuur en de daarop aanwezige services aan de hand van gangbare methoden en standaarden.

I2.2

Analyseren van aan infrastructuur gerelateerde incidenten, problemen en security-bedreigingen.

I3.1

Analyseren van de trends op het gebied van infrastructuren en deze vertalen naar gewenste of benodigde ontwikkelingen in bedrijfsinfrastructuur.

I3.2

Uitvoeren van een requirements-, impact- of gap- analyse voor een enterprise infrastructuur-architectuur om eisen, behoeftes en/of tekortkomingen, in kaart te brengen.

I1.1

Aanbevelingen doen over een opzet van, of aanpassingen aan, een lokale/kleine infrastructuur.

I2.1

Adviseren over inrichting en beheer van een infrastructuur met onderbouwde keuzes vanuit (niet-) functionele eisen, en vanuit beschikbare technologie, beheermodellen en beheermethodes.

I2.2

Maatregelen voorstellen die de informatiebeveiliging van een infrastructuur van een MKB verbeterd.

I3.1

Adviseren over componenten van een enterprise infrastructuur, inclusief beheer- , beveiliging- en privacy aspecten, in relatie tot informatie- en referentiearchitecturen, innovatie, maatschappelijke en internationale ontwikkelingen.

I3.2

Adviseren over de migratie naar, of keuze voor een public, private of hybride cloud.

I1.1

Opstellen van specificaties voor een lokale/kleine infrastructuur volgens een standaardmethode.

I2.1

Beschrijven van beheerprocessen en maken van afspraken omtrent te leveren diensten.

I2.2

Automatiseren van het beheer en de uitrol van een infrastructuur in een middelgrote omgeving.

I2.3

Opstellen van een technisch ontwerp voor een middelgrote infrastructuur met bijbehorende beveiliging op basis van (niet-) functionele eisen.

I3.1

Ontwerpen van componenten van een enterprise infrastructuur met inachtneming van alle requirements, in een private, public of hybride cloudomgeving.

I3.2

Ontwerpen van een incident response organisatie (CSIRT) en systemen om adequaat te kunnen reageren op incidenten van iedere aard en omvang.

I1.1

Inrichten, testen en beschikbaar stellen van een lokale/kleine infrastructuur.

I2.1

Inrichten van een middelgrote infrastructuur die voldoet aan gestelde eisen op gebied van performance, scalability, security en compliance.

I2.2

Opzetten van basismonitoring van de infrastructuur.

I2.3

Opstellen en uitvoeren van een testplan voor een middelgrote infrastructuur om de kwaliteit te toetsen op basis van het opgestelde (niet-) functionele ontwerp.

I3.1

Realiseren van componenten van een enterprise infrastructuur met inachtneming van alle requirements en gebruikmakend van een public, private en/of een hybride cloud omgeving.

I3.2

Opzetten van componenten van een omgeving waarin de kwaliteit van een veilige dienstverlening centraal kan worden bewaakt.

I3.3

Opzetten en uitvoeren van een pilot-/migratietraject inclusief overdracht naar beheer.

I1.1

Opzetten en documenteren van standaardbeheerprocessen en werkprocedures inclusief systeemen netwerkconfiguratie, ten behoeve van het beheer van een lokale/kleine infrastructuur.

I2.1

Onderbrengen van beheer van nieuwe technologische ontwikkelingen m.b.t. de infrastructuur.

I2.2

Implementeren van delen van beheerprocessen.

I2.3

Vastleggen van de specificaties van een beheeromgeving waarmee kwaliteit van de ICT-dienstverlening kan worden gemeten, waaronder het ontvangen en afhandelen van klantverzoeken, en te kunnen rapporteren over dienstenniveau.

I3.1

Opzetten van beheerprocessen en uitvoeren van een public, hybride of private cloudgebaseerdeinfrastructuur.

I3.2

Vastleggen van de specificaties van een proactieve beheeromgeving van een public, hybride of private cloud infrastructuur.

Organisational processes
O1.1

Analyseren van een enkel organisatieproces, organisatie, gegevensstromen, databehoeften en procesbesturing op operationeel niveau.

O1.2

Analyseren van knelpunten en oorzaak-gevolgrelaties vanuit de invalshoek van de informatievoorziening.

O2.1

Analyseren van meerdere operationele en tactische organisatieprocessen en de kwaliteit van de huidige ICT voorziening.

O2.2

Analyseren van samenhang van knelpunten en oorzaakgevolgrelaties.

O2.3

Vaststellen van de ICT requirements vanuit de behoefte van relevante stakeholders.

O2.4

Analyseren van beschikbare ICT mogelijkheden in het veld

O3.1

Analyseren van de consequenties van een (strategische) koerswijziging voor organisatie processen en hun informatievoorziening.

O3.2

Analyseren (kwantitatief en/of kwalitatief) van de huidige en toekomstige situatie op het gebied van bijvoorbeeld beleid, strategie, alignment en architectuur, met gebruikmaking van gangbare methoden.

O3.3

Analyseren van de huidige acceptatie van nieuwe technologie en eventuele weerstanden.

O3.4

Analyseren van gestructureerde en ongestructureerde interne en externe data.

O1.1

Adviseren van verbeteringen voor een enkel organisatieproces op het terrein van organisatie(structuur), processen en informatievoorziening, met inachtneming van de mogelijkheden van ICT.

O2.1

Adviseren over oplossingen voor knelpunten op het terrein van organisatiestructuur (en rollen), (organisatie)processtructuur, samenhang en informatievoorziening.

O2.2

Adviseren over nieuwe ICT mogelijkheden, waaronder pakketselectie en advies.

O3.1

Adviseren over de interne en externe afstemming tussen business en ICT (alignment en governance) rekening houdende met de doelstellingen van de organisatie (o.a. missie, visies, strategie en KPI’s).

O3.2

Adviseren over een veranderkundige aanpak bij de invoering van nieuwe ICT mogelijkheden.

O3.3

Adviseren in oplossingen voor gestructureerde en ongestructureerde data.

O1.1

Ontwerpen van een enkel organisatieproces, enkele gegevensstromen, een organisatieonderdeel en/of een deel van de informatievoorziening.

O2.1

Ontwerpen van samenhangende organisatieprocessen: een gegevensstructuur (model), het procesmanagement van organisatie processen, de functionele organisatiestructuur en/of de informatievoorziening, rekening houdend met security en privacy wetgeving.

O2.2

Ontwerpen van de inrichting van een standaard applicatie.

O2.3

Ontwerpen van de interfaces voor een applicatie in het applicatielandschap (mappings).

O3.1

Ontwerpen van de architectuur van organisatieprocessen en besturingsmodellen, inclusief bijbehorende beheersing, informatievoorziening en veranderproces.

O3.2

Ontwerpen van een veranderkundige aanpak met bijbehorende interventies.

O3.3

Ontwerpen van oplossingen voor gestructureerde en ongestructureerde data.

O1.1

Beschrijven en opstellen van werkinstructies, functie- en rolbeschrijvingen, en procedures voor een (aangepast) proces.

O1.2

Testen van de aansluiting van de organisatieprocessen met de opgeleverde informatievoorziening.

O1.3

Opstellen van een eenvoudig implementatieplan.

O2.1

Realiseren van de invoering en acceptatie van procedures in samenhang met nieuwe of gewijzigde informatievoorziening en besturing

O2.2

Opleiden en trainen van eindgebruikers in de vernieuwde processen en gebruik van een nieuwe ICT

O2.3

Bouwen en valideren van een Proof of Concept.

O2.4

Inrichten van een standaard applicatie (bv. CRM, ERP, BI).

O3.1

Realiseren van invoering en acceptatie van gewijzigde organisatieprocessen op basis van een implementatieplan.

O3.2

Inrichten van oplossingen voor gestructureerde en ongestructureerde data.

O1.1

Verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan procesdocumentatie (bv. Business rules, principes en procesmodellen).

O1.2

Beschrijven van de veranderbehoefte voor een enkel deelproces.

O2.1

Inrichten, onderhouden en actualiseren van functionele beheerprocessen.

O2.2

Signaleren en inventariseren van de veranderbehoefte van meerdere operationele en tactische organisatieprocessen.

O3.1

Richten en actualiseren van principes, business rules en modellen van procesarchitectuur.

O3.2

Proactief signaleren van behoefte aan verandering in alle organisatie processen en bijbehorende veranderprocessen in gang zetten.